31 december 2007

Horizon

Kon ik de horizon maar aanraken.
Maar die is altijd buiten bereik.
Ik kan niet hier en daar zijn.
In welke richting ik ook ga, de horizon blijft ver weg.

Die woorden van Johan van den Boom zetten me aan het denken.
Waarom zou iemand de horizon willen aanraken? Is de wens naar het daar sterker dan de tevredenheid over het hier? Hoe ver is de horizon? Wat is de horizon eigenlijk?

De laatste vraag is nog het makkelijkst.
De horizon is daar waar de aarde ophoudt zichtbaar te zijn.

Hoe hoger je zelf bent, des te verder is de horizon.
Op het strand is de zee-horizon verrassend dichtbij, slechts een paar kilometer weg.

Dat is nog steeds ver buiten bereik.

Klim op een uitkijktoren en zie meer van de aarde, met een horizon die verder weg is.

Klimmen werkt averechts voor horizonaanrakers.

Wie de horizon binnen bereik wil krijgen moet dus dalen.

Met de neus op het strand is de horizon het dichtstbij.

Een comfortabeler plan: Graaf een kuil. Ga er op je rug in liggen.

De rand van de kuil is je persoonlijke, aanraakbare horizon.

Daarmee is de horizon ineens bereikbaar. Maar 'daar' is opeens wel heel erg 'hier' geworden. Hm, met de horizon binnen handbereik is de lol er eigenlijk af. Liever staand een weide blik dan liggend een aanraakbare horizon.

Ik troost me met de gedachte: Het daar van nu kan straks hier worden. Daar is aanraakbaar.

Johan is inmiddels mijn Goudse horizon voorbij. Zijn expositie in hotel Uddeholm is buiten mijn huidige gezichtsveld, maar dat is dus slechts een kwestie van tijd, niet van afstand.

Johan kijkt nu naar een Zweedse horizon. Zijn horizon ligt aan het eind van een prachtig wit landschap met besneeuwde naaldbomen. Halverwege de middag raakt de zon er al de horizon.

Zo'n ondergaande zon lijkt dichtbij. Dat kan geen toeval zijn.
We kijken mee hoe de zon in z'n eigen kuil achter de aarde kruipt.

Tot de volgende noot,
Henk Jan Nootenboom