Tijd |
maandag, 15 november 2004 |
Een kapotte wekker is perfect om tijd te meten.
Het ding kan zelfs een kalender vervangen.
Dat lijkt een moeilijk verdedigbare stelling.
Laat me het toch proberen.
Om mee te beginnen, hoe komt het dat
- de uren niet precies in een dag passen?
- de weken niet precies in een maand?
- de jaren niet precies in een eeuw?
Vroeger, toen de bomen nog spraken was alles eenvoudig.
- Wanneer de zon op haar hoogste punt stond was het midden van de dag.
- Tussem twee van die hoogtepunten zat precies een dag.
- Van volle maan tot volle maan was precies een maand.
- Van langste dag tot langste dag was precies een jaar.
Maar dat is toch nog zo?
hoor ik u denken.
Nee, helaas, we doen alleen maar alsof.
- 1200 valt nog alleen bij toeval midden op de dag.
Malle uitvindingen als tijdzones, zomer- en
wintertijd
en vooral de klok zorgen ervoor dat 12 00
slechts voor een enkeling het echte midden van de dag is.
- Kalendermaanden zijn helemaal bespottelijk.
Het is een eenheid van niks.
Maanden zijn niet eens een echte eenheid,
duren soms 28, dan weer 29, 30 of 31 dagen.
Geen wonder dat werknemers aan het eind van hun vaste salaris nog een stukje maand overhouden.
- De jaren kloppen verrassend genoeg nog het best.
Tenminste, tot je er achter komt dat er geen sluitende definitie is van een
schrikkeljaar.
Zijn deze rubberen tijden erg?
Welnee, voor de meeste mensen doet de precieze tijd er niet zoveel toe.
Kapotte wekker
Heeft u wel behoefte aan een exacte tijdmeting?
Gebruik dan een kapotte wekker:
- Hang dat ding aan een touwtje in de zon.
- Kijk naar de schaduw.
- De kortste schaduw geeft het midden van de dag aan.
- Op de dag met de korste schaduw van het jaar begint de zomer.
Schrikkeldagen vallen voortaan op 20½ juni, gevolgd door 21 juni als langste dag.
De stelling aan het begin van dit stukje klopt.
Een kapotte wekker is perfect om tijd te meten.
Tot
de volgende noot,
Henk Jan Nootenboom
Met dank aan Gerben Nooyen voor het inspirerende gesprek over tijd