Ceduna, 28 maart 2009
Gast
Het is alsof iemand me vriendelijk op de schouder tikt.
Ik heb echter niemand zien komen.
Ademhalen en kijken vraagt mijn volle concentratie.
Ik heb te weinig ervaring met een snorkel.
Ik kijk opzij en zie de grijns van een grote zeehond.
Hij is de leider van de troep.
Het is alsof hij zeggen wil:
Hé vriend, welkom.
Ik ben je gastheer.
Zou je mij niet even groeten?
Het is een vrolijke boel in de zeehondenkolonie bij
Baird Bay.
Achter het rif zijn haaien.
Daar is het gevaarlijk.
Maar hier is het veilig.
De haaien zien het ondiepe water boven het rif als een gevaarlijke val.
Daar durven ze niet overheen te gaan.
Het ondiepe water is een soort veilige speelplaats voor zeehonden.
De menselijke gids bouwt torentjes van stenen onder water.
De jonge zeehonden gooien die met veel plezier om.
Keer op keer dikke pret.
Het zijn net kleine kinderen.
De grote zeehond stoeit wat met de gids,
een soort touwtrekkerij voor volwassenen.
Iets verderop zitten wat zeehonden te zonnen op een zandbank.
Op het strand liggen zeehonden te zonnen,
Ik ben te gast in een dierenwereld.
Nieuw voor me, maar erg vertrouwd.
Tot
de volgende noot,
Henk Jan Nootenboom