Voor de man
die niet
in een hokje past! |
Deze kreet werd me zomaar toegeroepen.
De roeper komt zelfs enthousiast op me af met een stapel folders in zijn hand.
Hmm, waarom ik?
Zie ik eruit als iemand die niet in een hokje past?
Ja, zijn beschrijving past me wèl,
tenminste voor ik besefte dat het contradictie in terminis is:
- Z'n kreet is in het Nederlands, duidelijk niet bedoeld voor de vele toeristen hier in Gouda.
Voor is een beperking, de folders zijn kennelijk niet voor tegenstanders van hokjesontgroeiers.
Man halveert al snel de resterende doelgroep.
- De hokjesafkadering is compleet met
die niet in een hokje past .
Wat te doen?
- Moet ik zijn kreet negeren en daarmee de suggestie wekken dat ik wèl in een hokje pas?
- Moet ik de folder aannemen en me daarmee scharen in het hokje van zijn doelgroep?
Wat was een goede paradoxvrije kreet geweest?
Tegen de man
die niet in een hokje past?
- Dat vermijdt mooi de paradox, maar benadert precies de verkeerde doelgroep.
Tegen
de man die
wel in
een hokje past?
- Nee, tegenstanders van uw tegenstanders hoeven niet aan uw kant te staan.
Voor de man
die in twee hokjes past?
-
Nee, hoe meer hokjes des te kleiner de ruimte.
Voor iedereen?
- Dat is in ieder geval de ultieme ontkenning van elk hokje, maar te ruim.
Het kost me enkele minuten om de ultieme kreet te vinden:
Voor de man
die niet
in een hokje
wil!
Mooi gevonden, al zeg ik het zelf.
De paradox is weg:
Niet in een hokje
willen
past niet echt bij in een hokje
passen,
maar sluit het niet uit.
Na deze gedachtengang ben ik de folderverspreider reeds voorbij.
Zal ik teruggaan om hem te verblijden met de verbeterde kreet?
Ach nee, waarom?
Hij heeft me heerlijk aan het denken gezet.
Misschien maakt hij met zijn huidige kreet nog meer voorbijgangers gelukkig.
Er is hoop!
Tot de volgende week,
Henk Jan Nootenboom
|