Hoefijzer

Yardley, maandag 31 december 2001
Zet me ergens in een winkelcentrum en ik verdwaal. Hoe fraai de architectuur ook is, ik raak de weg kwijt in zo'n doolhof van gangenstelsels met allemaal identieke hoeken. Het moeilijkst van alles is om de uitgang te vinden.

Winkelcentra zijn duidelijk gemaakt voor vrouwen, een diversiteit van verschillende winkels, zonder duidelijke structuur. Zijn winkelcentra ontworpen als exclusief domein van besseplukkers (mindspring.com/...), bedoeld om de mammoet jagers buiten te houden?

  • De meeste winkelcentra zijn donkere doolhoven waarin geen daglicht doordringt.
  • Al die gangen zien er hetzelfde uit, haaks op elkaar, precies zoals in een doolhof.
  • Er is geen overkoepelende structuur, geen natuurlijke richting.
Sommige steden hebben hetzelfde probleem. In het ruitjespatroon van Den Haag of Manhattan raak ik altijd de weg kwijt, met één verschil: De beschaduwde straten van Manhattan zijn genummerd. Ik loop ik hooguit één blok in de verkeerde richting. In de benaamde lanen van Den Haag blijf ik dwalen.

Toch zijn er winkelcentra, zelfs hele steden die geen probleem voor me zijn.

  • Nog nooit ben ik in the Mall (leisureguide.com.my/...) aan de Jalan Putra in Kuala Lumpur verdwaald. Het gebouw heeft 3 zijden met winkels. De 4e zijde is de ingang, een muur van glas. Die ingang is een bron van daglicht, altijd zichtbaar, een baken voor shoppende mammoetjager.
    Waarom raakt een spin raakt
    nooit de weg kwijt
    in het eigen web?

    Is het door
    de unieke knooppunten
    in combinatie met
    de zwaartekracht die
    vertelt wat boven is?

  • Oude steden met cirkelvormiger grachten zijn ook prettig.

    De kromming van de gracht vertelt altijd de weg naar het centrum. En hoe flauwer de kromming, des te verder van het centrum.

    De zon vertelt waar het noorden is. Een wandelaar in een oude stad weet altijd waar hij is ten opzichte van het centrum.

Idee: Bouw winkelcentra zoals de Putra Mall, oude steden en een spinneweb. Zorg dat elke hoek, elke gang, elk knooppunt uniek is.

Waar je je ook bevindt in het complex, je weet onmiddellijk waar je bent. geneste hoefijzers als plattegrond voor een winkelcentrum

  1. Bouw in concentrische cirkels met een natuurlijke hoofdingang.
  2. Met rechte gangen van en naar het het centrum.
  3. Bij de centrale uitgang zijn de kleinste winkels. De grote warenhuizen zijn in het midden van de buitenste ring.
  4. Maak bij de uitgangs iets prettigs, iets herkenbaars, een food-court en wat cafés bijvoorbeeld.
  5. Laat het daglicht naar binnen schijnen, zodat ik weet of ik ten westen, zuiden of oosten van het centrum ben.
Tot de volgende week,
Henk Jan Nootenboom
Met dank aan stedebouwkundige Jan Wischmeijer voor zijn inspirerende woorden.