Stropdas

Maandag, 7 mei 2001
De meeste stropdassen zijn te kort voor me. Met boordmaat 48 lukt het nog net om een Four in hand (fashionmall.com/...fourhand...) te leggen en een klein stukje over te houden.

Je hebt ook stropdassen in lengtematen roept een tafelgenoot aan de Stamtisch tijdens de lunch. Nee, nee, dat helpt niet, m'n nek is te dik. Ik heb dus meer een breedte maat nodig ouwehoer ik terug. Het is even stil aan tafel om deze onzin te laten bezinken. Op zich iets om trots op te zijn, want stiltes zijn hier zeldzaam.

Stropdassen zijn wonderlijke dingen. Thuis hangt een aantal dassen op een rijtje aan de kastdeur, ééndimensionaal, van boven naar beneden. De tweede dimensie is voor het stropdas-roulatie-systeem. Pas gedragen dassen gaan achteraan. Lang niet gedragen dassen komen binnenkort weer aan de beurt.

Eenmaal om de nek gaat de das horizontaal. Het ééndimensionale karakter is slechts schijn. Het ding maakt een kromming in de horizontale dimensie, omsluit mijn nek in een cirkel en wordt dus 2 dimensionaal. Ergens bij de knoop zit een andere kromming. Het grootste stuk van de das hangt daar ineens naar beneden, z'n oude vertrouwde 3e dimensie in.

Kortom, een das is een ééndimensionaal object wat zich moeiteloos plooit in een 2e en 3e dimensie. Wonderlijk, wonderlijk.

Uit hoeveel dimensies bestaat een computer programma? Dit een vraag die ik een jaar of wat geleden te verwerken kreeg.

  1. Hmm, 1 was m'n initiële reactie. Een programmasource is een platte, 1 dimensionale ASCII file.
  2. 2 dacht ik even later. Want op runtime kun je met een if-else constructie twee kanten op. Een while-loopje is een cirkel.
  3. 3 denk ik als OO-er. Want dezelfde methode, met desnoods een if-else constructie erin, kan met polymorfisme in diverse classes geïmplementeerd zijn.
En zo lijkt een stropdas op computer source code, inclusief moeilijke knoop bij de initialisatie van instances. Detachering is eigenlijk code schrijven, per strekkende meter. Of dat een lengte, breedte of hoogte maat is mag u zelf uitmaken.

Tot de volgende week,
Henk Jan Nootenboom